|
||||||||
|
Het is niet voor het eerst dat we het in deze kolommen mogen hebben over deze band, waarin één van onze favoriete songschrijvers van de voorbije tien jaar, Jeb Barry, de pen vasthoudt. Barry is een enorm productieve songsmid -er wordt gefluisterd dat hij zowat 4000 (!!!) songs gemaakt heeft en deze, de derde van The Pawn Shop Saints, het vehikel waarmee hij zich de jongste jaren aan de wereld vertoont, is er weer eentje om duimen en vingers bij af te likken. De band blijkt zich ook nu weer te specialiseren in simpeler, rechttoe-rechtaan liedjes, waarin de gevoelens van de man in de straat bezongen worden en geserveerd worden met redelijk sobere begeleiding, die recht naar de essentie gaat. Gitaren, veel gitaren, maar ook mooie vocale harmonieën, mee vorm gegeven doormede-gitarist Michael O’Neill en van ijzersterk maar nergens overdonderend ritmewerk voorzien door de tandem, gevormd door drummer Josh Pisano en bassist Chris Samson: dat zijn zowat de ingrediënten die Barry verwerkt in de elf songs van deze nieuwe plaat. Ik zou daarbij bijna de bijzonder fraaie toetsenpartijen vergeten. Die worden aangeleverd door Alan Taylor, die vooral schittert in het (veel te) korte “Stop Breaking Your Heart”, de tweede track en een heerlijke voorbode van al het moois dat de plaat te bieden heeft. De plaat klokt af op 37 minuten, wat dus betekent dat alles gebald gehouden wordt en, dat kan ik wel bevestigen na tig beluisteringen, heel radiovriendelijk is. Nochtans is het lang niet allemaal vrijheid-blijheid in de liedjes: er is veel ruimte voor de mindere kanten, die kennelijk niet alleen van ons leven deel uitmaken. Ook Barry en zijn kompanen hebben wel eens te lijden van de donkergrijze kanten van het leven. In “Exits”, bijvoorbeeld, zingt de man “if life is a highway, i’m just a wreck off the side of the road, i’m too lost to give a shit”. U begrijpt vast wat ik bedoel: het leven is niet alleen rozengeur en maneschijn, maar Jeb Barry weet de niet zo mooie kanten van dat leven heel accuraat te beschrijven en het voor velen herkenbare tot kunst te verheffen. Dat gebeurt echter allemaal zonder enige vorm van pretentie en dat is wat deze plaat alweer zo knap maakt. Neem nu “Outlaws”, waarin de mannelijke hoofdpersoon er zijn liefje toe aanzet om Bonnie & Clyde te worden, in weerwil van het feit dat hij beseft dat ze bang is voor de gevolgen van zo’n keuze. “Diane”, nog een liefdesliedje, heeft een onmiskenbaar droevige ondertoon, zo van “de wereld waarin we moeten leven deugt voor geen meter, maar we moeten het ermee doen”. Berusting en toch hoop tezelfdertijd, al kinkt in “Jenny Why” toch vooral drijft op wanhoop, bij Barry’s vaststelling dat zijn hoofdpersoon alweer niet in staat blijkt een relatie op een fatsoenlijke manier te beleven of af te sluiten. In “Wicked” denk je, als nietsvermoedende luisteraar meer dan een beetje Wilco te horen en afsluiter “Half Ton” blijkt voor “Haf Ton of Misery” te staan, een extraatje dat live in de studio werd opgenomen en ondanks alles uitnodigt om mee te zingen. De optelsom is vrij snel te maken:wie zijn Americana graag gelardeerd heeft met echte scenes uit een echt en dus vaak miserabel leven, zit bij deze nieuwe van The Pawn Shop Saints gebeiteld. De anderen moeten dringend leren luisteren…. (Dani Heyvaert)
|